9 jaar geleden alweer.
Meestal voelt het als eeuwen geleden maar soms ook al de dag van gisteren.
Ik ben gebeld. Het AVL.
U krijgt een controle. Maar wij hebben helaas geen plaatst op korte termijn.
Maar reactie om te zeggen ‘dan doen we het toch pas over een tijdje’ houd ik in.
Ze praat verder. ‘We werken samen met een kliniek in Amsterdam. Zou je daar naartoe willen? Wij doen zelf de controle van de foto’s.
Ik geef toestemming. We zullen het wel gaan zien.
U mag over 2 weken. We sturen uw medicatie op.
Medicatie? Oh.. om mijn darmen te legen. Was is alweer helemaal vergeten; ‘die heerlijke drank’.
2 weken later zit in de kliniek. De drank heb ik weg kunnen werken. Mijn darmen zijn leeg en schoon hoop ik.
Ik krijg nog een hele uitleg. Ziekenhuispakje aan. Infuus aangelegd.
‘ik hoef geen roesje hoor’ zeg ik nog.
Okee mevrouw, we gaan het bekijken.
Na 30 minuten wachten ben ik aan de beurt. Ik word de operatiekamer ingerold.
Iedereen stelt zich voor. Normaals zeg ik;” Ik hoef geen roesje hoor. Ik wil meekijken’.
Dat is goed, we geven u wel pijnstilling dat heft u vorige keer ook gehad.
Daar kan ik mij niets meer van herinneren. Maar okee. En ineens voel ik een warme scheut door mijn lijf gaan. “Ja…. het zit er al in!” zegt de verpleging.
We praten over van alles. Het lijkt wel of ik een spraakwaterval hebt.
Muziek gaat gaan. En op de vraag of ik voorkeur hebt zeg ik dat ik alles best vind. Laten zij maar iets kiezen waar ze blij van worden.
Ik kijk mee. Alles ziet er schoon uit. Ook mijn t-splitsing (daar waar de darmen weer aan elkaar gezet zijn.
Ook de arts zegt dat het er perfect uit ziet. alles is goed.
Terug op de zaal mag ik wat te eten kiezen. Een ontbijtkoek, krentenbol of een rijstwafel.
Hmmmm heerlijk na al die uren zonder eten…. doe maar een krentenbol.
We moeten nog wachten op de arts. Die mag zeggen wanneer ik naar huis mag.
Na 30 minuten is hij er nog niet. Dus ik vraag: ‘moeten we nog steeds wachten? De arts zei dat alles goed was!.
Maar mevrouw uw roesje moet uitgewerkt zijn!
Eh… die heb ik dus niet gehad!
Oh… gaat u dan maar naar huis.
We lopen naar de auto door het park in Amsterdam.
Het zit er weer op. Over 3 jaar mag ik terugkomen.
Kom we gaan het vieren met een Italiaans ijsje. Dat hebben we verdient.